Vanuit Rotterdam de wereld veroveren

Rotterdam is in trek bij aanstormende ondernemers. Jongeren die vroeger hun heil zouden zoeken in Amsterdam of het buitenland vinden nu de havenstad de beste uitvalsbasis voor het veroveren van de wereld. De gevestigde bedrijven moeten nog wennen aan het nieuwe elan.

De vier oprichters van Grible hebben een besluit genomen. In Rotterdam ligt de toekomst van hun softwarebedrijf. De vrienden vonden elkaar tijdens de studie economie en informatica aan de Erasmus Universiteit. Een verhuizing naar Amsterdam of Silicon Valley in de Verenigde Staten leek na hun afstuderen in 2012 de geijkte vervolgstap voor een succesvolle internetonderneming, maar zij bleven in hún stad. Nu Rotterdam jonge ondernemers koestert, voelt die keuze steeds logischer, zegt de 26-jarige Frank Lagendijk van Grible. ,,We zijn gevestigd bij Startup Foundation, een bedrijfsverzamelgebouw vlakbij het centrum met allemaal jonge ondernemers die gemakkelijk bij elkaar binnenlopen.”

De toename van dergelijke startup-kantoren, de groei van het aantal flexplekken en de komst van de Amerikaanse bedrijvenaanjager CIC maken Rotterdam tot een vooruitstrevende stad met een mooie startup-cultuur, vindt Lagendijk. ,,De scene is nog altijd groter in Amsterdam en Silicon Valley is het walhalla (de Amerikaanse technologiesector, red.). Maar Rotterdam doet mee. En dat is maar goed ook, stelt hij, want de internettoepassingen die nu al futuristisch lijken, zijn nog maar een voorbode van wat ons te wachten staat. ,,We zien de mogelijkheden en ook de bedrijven enorm groeien.”

De naam CIC is gevallen. Het Cambridge Innovation Center is een prestigieuze Amerikaanse organisatie, die aan de basis stond van Android en allerlei Yahoo-dochters. Nu wil het in Rotterdam 550 startende ondernemers in de stad huisvesten en helpen doorgroeien. Met het kiezen voor uitgerekend Rotterdam voor zijn allereerste vestiging buiten de Verenigde Staten, verraste het CIC dit jaar. De Amerikanen op hun beurt snapten die verbazing niet. Europa’s grootste havenstad met een piepjonge bevolking en de nabijheid van een handvol universiteiten, van de Erasmus Universiteit en TU Delft tot die in Leiden en Tilburg, maken Rotterdam tot een perfecte plek voor innovatieve ondernemers, betoogt topman Tim Rowe. And on top of it all, Amsterdam ligt om de hoek.

Scheepswerf

Voordat Rowe zijn besluit nam bezocht hij onder meer het RDM-terrein, de oude scheepswerf bij Heijplaat die door de Rotterdamse haven is getransformeerd tot de broedplaats van vernieuwende havenbedrijven. Samen met kennisinstellingen, incubators, innovatiefondsen, experimentenhallen, makerspaces en samenwerkingsverbanden als SmartPort 2.0, InnovationQuarter, Yes!Delft, First Dutch Delta Fund, Circularity Center, Plant One, Startup Bootcamp, Havenfonds, RCI, Clean Tech Delta, het Erasmus Center for Entrepreneurship en iTanks wordt daar gewerkt aan een toekomst zonder fossiele brandstoffen. Dat is nodig, want de haven met haar raffinaderijen is nu nog voor de helft van de overslag afhankelijk van olie. Een doemscenario dreigt voor Rotterdam, zeker als de ontwikkeling van de 3D-printer doorzet, iedereen straks thuis zijn spullen kan maken en er niets meer geïmporteerd hoeft te worden.

Rowe is onder de indruk van het elan waarmee ze bij RDM deze vraagstukken te lijf gaan. Terecht, vindt Angela Hulst van iTanks, maar Rotterdam is er nog niet. ,,Ja, er gebeurt veel. Er wordt gepraat over de toekomst van de haven, in het klein krijgen we al veel voor elkaar, maar de grote innovaties komen nog moeilijk van de grond.”

Hulsts iTanks, dat zichzelf presenteert als dé innovatiemotor van de havengebieden, is ontstaan uit een samenwerkingsverband van tankopslagbedrijven. Met een lasapparaat dat ongezonde rook al opzuigt voordat het in de lucht komt, heeft iTanks samen met het bedrijf Translas en onderzoeksinstituut TNO al een vinding op de markt gebracht. Nu de grote Duitse scheepswerf Meyer Werft deze Extractor aanschaft, beleven de nieuwe lastoortsen hun commerciële doorbraak.

Nu wil Hulst nog meer haveninnovaties ‘laten vliegen’. Een lasrobot, een hypernauwkeurige verfspuit (’60 procent van de verf komt nu niet op het object’), hoezen die als gigantische pedaalemmerzakken de wanden van de bekende witte olieopslagtanks beschermen. Allemaal kostenbesparende vondsten, maar ondanks het succes van de Extractor zijn de havenbedrijven afwachtend met investeren.

Het inzamelen van 10 miljoen euro voor de lasrobot is hard werken. Zelfs de aanvangsinvestering van 800.000 euro is nog niet binnen, ondanks een rondgang langs de tankopslagbedrijven en raffinaderijen, miljardenconcerns, die met de machine goedkoper en veiliger kunnen werken.

De industrie is risicomijdend, omschrijft Hulst. ,,Dat past wel een beetje bij een sector die met gevaarlijke stoffen werkt. Soms komt dat voorzichtige ook door de vele regelgeving die het lastig maken iets nieuws te introduceren, soms door de bedrijven zelf. ‘Zoals we het nu doen, doen we het goed’, omschrijft ze het sentiment in de haven. ,,Zeker in de tankopslag gaat alles sinds jaar en dag hetzelfde, maar langzaamaan krijgen we de bedrijven in beweging.”

Van haar mag het allemaal wat sneller en grootschaliger. ,,Grote bedrijven zouden ook wel eens gezamenlijk innovaties kunnen oppakken.” Soms vraagt zij zich af of de urgentie in de haven wel voldoende wordt gevoeld: ,,Innovaties met veel impact zijn nu nodig.”

Spil

Regio-econoom Rico Luman is dat met haar eens. ,,Er wordt in Rotterdam nog te veel geleund op traditionele sectoren zoals de olie, zegt de analist van het economisch bureau van de ING-bank. De Rotterdamse haven zou zich kunnen ontwikkelen tot spil op het gebied van clean tech, biochemie en afvalrecycling. Maar op dit moment blijft het aantal innovaties en de ondernemersdynamiek rond de groene revolutie nog achter, schrijft de ING in de pas verschenen Regiovisie Groot-Rijnmond. ,,Terwijl de komende jaren de groei zit in de groene en digitale alternatieven,” zegt Luman. ,,Het ondernemersklimaat is verbeterd en er zijn succesvolle starters, maar de innovatiekracht moet verder omhoog.” Daarmee loopt de Rotterdamse regio banen en economische groei mis, stelt hij.

Hoe veelbelovend de uitvinding ook is, miljoenen ervoor lospeuteren is bijna onbegonnen werk, zegt David Vermaas van het bedrijfje Blue Battery, dat werkt aan een milieuvriendelijke accu. ,,Uiteindelijk is het voor investeerders toch afwachten of de vinding echt een succes wordt. Waarom dan meteen miljoenen erin steken? We moeten niet overvragen.”

Van de TU Delft heeft Blue Battery een gebouwtje op het universiteitsterrein tot zijn beschikking gekregen, waar de ondernemers sleutelen aan hun toestel dat tijdelijk overtollige elektriciteit opslaat. ,,Met de toename van het aantal zonnepanelen en windmolens schommelt de stroomproductie steeds meer en raakt het elektriciteitsnet instabiel. Dat wordt een probleem, behalve als we de overproductie kunnen opslaan.”

Binnenkort krijgt het eerste huis een Blue Battery. Daarna moeten grotere versies volgen in wooncomplexen en kantoren. De Rotterdamse haven staat hoog op hun verlanglijst, aangezien die zich profileert als Energy Port met naast raffinaderijen en kolencentrales ook biobrandstoffabrieken, gasterminals, stoom- en CO2-recycling, warmterotondes, windmolens en zonneparken.

Het begin is bescheiden. De 32-jarige Vermaas verdient zijn brood als onderzoeker bij de TU Delft, Blue Battery doet hij erbij, net als de meeste mensen van het bedrijfje een baan ernaast hebben. Het benodigde geld halen ze op via subsidies, fondsen en bij bedrijven. ,,We vragen geen grote bedragen, dat gaat beter.” En Blue Battery krijgt hulp in natura, bijvoorbeeld van het bedrijf Fujifilm, dat membranen op maat produceert, essentiële onderdelen voor het apparaat. Ooit groot geworden met fotorolletjes kijkt Fujifilm reikhalzend naar nieuwe toepassingen voor hun producten, constateert Vermaas. ,,Het innovatieklimaat is zo slecht nog niet in Nederland. Als ik het vergelijk met andere landen doen we het best aardig.”

‘Er wordt in Rotterdam nog te veel geleund op traditionele sectoren zoals de olie’

Publicatiedatum: 24 oktober 2015

 

Uitgelicht